, [], Whether, at the time of the Law, the ceremonies of the Old Law had any power of justification?
Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen sprak Aaron tot Mozes: Zie, heden hebben zij hun zondoffer en hun brandoffer voor het aangezicht des HEEREN geofferd, en zulke dingen zijn mij [45]wedervaren; en had ik heden het zondoffer gegeten, zou dat [46]goed geweest zijn in de ogen des HEEREN? 45. Of, ontmoet, of bejegend; te weten, dat ik mijn twee zonen Nadab en Abihu verloren heb, en daarover geen rouw heb mogen dragen, zodat ik door de droefheid mijns harten van het offer niet heb kunnen eten. 46. Dat is, zou dat den Heere behagelijk en aangenaam geweest zijn? Te weten, dat ik, die nog in droefenis verkeer over de straf mijner twee zonen, met bedroefd gemoed het zondoffer zou gegeten hebben?